Richard Dawkins |
Sommige evolutiebiologen - zoals Richard Dawkins - bezitten een grote fantasie. Zonder enige moeite zuigen zij een verhaal uit hun duim waarmee ze een bepaalde biologische structuur kunnen "verklaren". Richard Dawkins is bekend o.a. door zijn boek The Blind Watchmaker; dit boek is geprezen door critici en zijn boeken zijn in vele talen vertaald.
Michael J. Behe bekritiseerde in zijn boek Darwin's Black Box; the biochemical challenge to the evolution al Dawkins' Blind Watchmaker. Dawkins slingert stevige filosofische beweringen de wereld in ver buiten het bereik van zijn eigen vak, de dierkunde. Waar het om gaat als wetenschapper, is dat je open bent en Dawkins noemt iedereen die de evolutietheorie verwerpt 'onwetend, stom of gestoord' (New York Times, April 1989, p. 34) |
Het Selfish-Gene idee wordt grotendeels aan Dawkins toegekend, maar eigenlijk was het idee al tien jaar oud toen hij zijn bestseller met gelijknamige titel publiceerde. Het was eigenlijk het werk van twee onbekende wetenschappers. De een is de Amerikaanse bioloog George Williams, de andere is Dawkins' collega Prof. William Hamilton. Zij publiceerden een artikel over de hypothese dat dierlijk gedrag verklaard kan worden in genetische termen als strijden voor overleving tot aan de volgende generatie. Zij publiceerden hun onderzoek verder niet in de media, maar gingen gewoon verder met hun werk. De toendertijd 35-jarige Dawkins, een kenner van dierengedrag (opmerking: geen micro-bioloog/biochemist; takken waar alle serieuze evolutie-verwerpers vandaan lijken te komen) stak de kop op, stal het idee, maakte zichzelf tot een media bekendheid en vanuit het niets werd deze hypothese neergezet als wetenschappelijk feit zonder haken en ogen m.b.t. noodzaak tot een herziening o.i.d. Een ieder die het vandaag d edag in zijn hoofd haalt om dawkins te bekritiseren, loopt het gevaar om bestempeld te worden als Jezus-Freak of iets in die geest, op zijn minst door het British evolutionary estanlishment. Dit is echter heel vreemd, vooral als je besfet dat Dawkins geen verstand heeft van paleontologie (anders dan Gould) en betrekkelijk weinig weet van microbiologie; anders dan Denton en Behe. Eigenlijk is Dawkins helemaal niet bevoegd om zichzelf in zo'n positie neer te zetten als publiekelijk spreker over de evolutietheorie. Anders gezegd: hoe kan je schrijven over een machine als je weinig weet over hoe hij werkt, en evenveel over zijn geschiedenis? Hoe het op mij overkomt, heeft Dawkins een hooghartige air aangenomen in zijn dogmatische uitspraken en reacties op critici. Uit de wetenschappelijke hoek is er bijna niemand die naar hem refereert over dit onderwerp, maar dan benadert door échte evolutie-onderzoekers, en recentelijk heeft hij nog geschreven dat iederen die een geestesverschijning beweert te hebben gezien, doorgestuurd moet worden naar de psychiater om uit hun psychische problemen te worden geholpen.
De relevantie van zulke uitspraken van iemand die gezien wordt als Professor publiekelijk begrijpen van wetenschap, is ver te zoeken. En zeg nou eerlijk: denk je ook niet een beetje dat het succes bij Dawkins naar z'n bol is gestegen?
Een update: in 2000 is de selfish-gene theorie wetenschappelijk geheel onjuist verklaard - het is simpelweg fout en dom
In het februari-April nummer van Advances in Complex Systems stelt Dr. Yaneer Bar-Yam, directeur van het New England Complex Systems Institue en expert in het toepassen van wiskunde op complexe systemen, dat de selfish-gene evolutietheorie totaal onderuit ligt.
Bar-Yam toont aan in het daarop volgende nummer dat de selfish-gene benadering niet voldoet in algemene zin. Hij laat zien dat het gen-gerichte kijken in een wiskundige kijk alleen maar een benadering is van hoe het vandaag de dag werkt. En deze gen-gerichte benadering is niet altijd hetzelfde. Het is zelfs zo dat het afneemt zodra een proces genaamd symmetry-breaking erbij komt kijken. Symmetry-breaking is een concept uit de natuurkunde. Het correspondeert, volgens evolutionisten, voor het overbrengen van divergentie van subpopulaties.
Vanuit dit oogpunt staan genen anders in relatie met elkaar dan dat de theorie beweert wanneer het organsime waartoe ze behoren zelf weer behoren tot een groep die op zijn minst gedeeltelijk aan elkaar verwant zijn. De sleutel tot de analyse van Bar-Yam ligt in de herkenning van drie trappen van structuur in de natuur: het gen, het organisme en de groep (of netwerk) van de soort. Volgens Dr. Bar-Yam hangt de conditie van elk allel af van de verdeling van allelen binnen de populatie. Dus: de conditie van een allel staat gekoppeld aan de ontwikkeling van andere allelen. Het zelf-regulerende proces voorspeld volgens het selfish-gene model kan alleen als binnen de onderlinge relaties tijdens reproductie bestaan die dan de mogelijkheid bieden tot het geheel mixen van allelen in de genenpoel. Dit kan zich voordoen in sommige gevallen, waaronder strikte selectie en gedeeltelijke geografische isolatie. |
Dit boek kan bij het oud papier |
Dr. Bar-Yam toont aan dat deze gen-gerichte benadering allen voor kan komen in populaties waarbij sexuele voortplanting gehele allel-mixen veroorzaakt (zulke populaties worden "panmictic" genoemd in de biologie). Veel organismen behoren toe aan populaties die aan deze voorwaarden voldoen. Dus: het gen-gerichte benaderen en het concept van de selfish-gene theorie beschrijft niet de drijfveren van de evolutie, concludeert Dr. Bar-Yam.
|
Dit artikel is vertaald uit het engels. |